De Ommelanden: ondernemen in industrieel erfgoed

Kantoren bedrijfsverzamelgebouw melkfabriek ommelanden groningen

Ingeblikte melk uit het kleine Groningen ging de hele wereld over; van België en Nederlands-Indië tot Amerika en HongKong. Tot 1995 diende melkfabriek ‘De Ommelanden’ trouw in het leger van melkproducenten. Wat rest is een overzicht van een roerige historie in de Groningse laaglanden.

Rijke geschiedenis
Het verhaal van de Ommelanden is er een van succes en een harde strijd. De Ommelanden heeft tijdens de jaren van haar roerige bestaan niet altijd ‘De Ommelanden’ geheten. Toen de fabriek begin vorige eeuw (1906) haar deuren opende deed ze dit nog onder de vlag van de Coöperatieve Melkinrichting Stad en Lande. In verslag uit 1916 valt te lezen dat de vele kilo’s melk die er ieder jaar werden verwerkt ‘’tot prima producten tegen de meest zuinigen prijs.’’ Deze prima producten belanden niet enkel in de buiken van Nederlanders alsook menig mens in Engeland, Amerika, België en de toenmalige Nederlandse kolonie ‘Nederlands-Indië’, maar ook ‘verre oorden’ als Afrika en Hong Kong behoorden tot de lange lijst van exportlanden.

Explosieve groei
Volgens de geschriften van het vroegere bestuur van de melkfabriek verwerkte het bedrijf in de beginjaren, circa 20 jaar na opening, al gauw zo’n 7 miljoen kilo melk per jaar. Dit aantal bleef explosief groeien tot maar liefst 29 miljoen in de jaren dertig. Na de oorlog liep dit astronomische getal op tot 50 miljoen kilo ingeblikte melk per jaar.

In die periode van ruwweg vijftig jaar bestaan is er veel te doen geweest om het bedrijf. Na de opening in 1906 heeft Stad en Lande de wereld 17 jaar kunnen voorzien van melk, waarna het doek viel door slecht beheer en onvoldoende financiële draagkracht. Het beheer werd vervolgens voor het bedrag van  fl. 271.350,– overgedragen aan de Friese Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken, die met succes weer nieuw leven blies in de fabriek.

Langste staking uit de Nederlandse geschiedenis
In 1952 brak er bij het bedrijf een staking uit die zou uitgroeien tot één van de hardste gevechten uit de geschiedenis van de Nederlandse vakbeweging. De regisseurs van deze bitterharde strijd waren Feike de Boer aan de ene kant in de rol van directeur van de Ommelanden, en Sake van der Ploeg als secretaris van de Algemene Nederlandse Agrarische Bedrijfsbond (ANAB). Volgens de arbeiders in de fabriek was werken in de Ommelanden niet bepaald een pretje; er werd naar eigen zeggen gewerkt in een zogenoemde ‘jaagcultuur’. Dit hield in dat de arbeider op de werkvloer bang was voor de chefs, en de chefs voor de bedrijfsleiders, en deze op hun beurt weer voor directeur de Boer. De voornaamste reden voor de staking was het pensioenfonds van de arbeiders, dat op dat moment feitelijk niet bestond.  

Negen maanden lang weigerden de leden van ANAB ook maar één voet binnen in de fabriek te zetten, terwijl de directie het bedrijf ternauwernood drijvende wist te houden door onervaren boerenzoons in dienst te nemen die door de stakers werden beschouwd als onderkruipers. Het kwam dan ook regelmatig voor dat een actievoerende staker in het heetst van de strijd zijn emoties liet spreken door zijn vuisten te gebruiken en zo enkele dagen later voor de rechter moest verschijnen. In diezelfde periode moest ook de directie van de melkfabriek zijn gezicht in de rechtbank laten zien, maar dit had te maken met een listige roombotersmokkel richting België. Halverwege 1953 waren beide partijen - stakers en directie - de patstelling beu en werd aan de onderhandelingstafel tafel een akkoord gesloten. Een van de langste stakingen uit de Nederlandse historie was voorbij.

Moderne geschiedenis
Inmiddels doet het pand geen dienst meer als melkfabriek, maar de roerige geschiedenis is nog immer voelbaar in de wandelgangen van dit historische pand. Vandaag de dag bruist het ‘Ommelanden’ pand van het ondernemersschap. Van accountants tot ICT tot zorgondernemingen; veel (beginnende) ondernemers weten hun weg naar het kantoorverzamelpand feilloos te vinden.

Gunstig gelegen aan de westelijke ringweg is dit kantorenpark gemakkelijk per auto te bereiken. Eenmaal aangekomen op bestemming zijn er gratis parkeerplekken beschikbaar, en kun je zelfs je elektrische auto opladen. Het pand zelf heeft een robuuste en industriële uitstraling, iets wat veel ondernemers aantrekt omdat het een inspirerende sfeer teweegbrengt. Met hoogwaardig glazvezelinternet voldoet het aan alle eisen van de moderne ondernemer.